(door Michael Royall)

AMSTERDAM-NOIR-Complottheorieën steeds groter probleem in de klas volgens Eenvandaag en Bussemaker. Is dat een Mark RutteComplot(Video)?
De vijf beste werken over complotdenken volgens Stef Aupers.Te vaak worden complotdenkers weggewuifd als irrationele, paranoïde gekken, zegt hoogleraar mediacultuur Stef Aupers. Hij selecteert vijf films en boeken, werken die scherp en genuanceerd inzicht bieden in het verschijnsel van de samenzweringstheoreticus. Aupers is vijf jaar lang nauw betrokken geweest bij onderzoek naar complotdenkers in Nederland. Wat hem opviel was dat wetenschappers doorgaans een oordeel klaar hebben wanneer het onderwerp ter sprake komt. ‘Vaak is het reflex om te roepen: “Weg met die kwakzalvers!” Maar dat vind ik in toenemende mate een simplistische reactie. Dat kennen we nu wel.’Wat Aupers en zijn collega’s van de Erasmus Universiteit Rotterdam juist wilden weten, is wie complotdenkers precies zijn en wat hen ertoe beweegt zich in te laten met dergelijke theorieën. Het is een gemis dat het onderzoek kennelijk geen aandacht geeft aan drs Micha Kat en de ‘Demmink-doofpot'(Video) zaak in dit verband. Misschien is dat weer een complot van Stef Aupers en Universiteit Rotterdam, die immers in het gebied ligt van de PvdA Zonnekoning “Uncle Tom” Aboutaleb en ook om zijn subsidie centjes moet denken(Rd.)

Na het veldonderzoek, waarbij onder meer de belangrijkste websites over het onderwerp zijn doorgespit en tientallen complotdenkers Jet Bussemakeruitgebreid zijn geïnterviewd, trekt Aupers inmiddels een aantal conclusies die ingaan tegen het stereotype van de complotdenker als ‘irrationele en paranoïde gek’.‘Complotdenkers zijn voor het overgrote deel mondige, betrokken en kritische burgers. Ze zijn in feite sceptisch tegenover alles’, stelt Aupers. Dat wantrouwen is volgens de onderzoeker niet geheel ongegrond of irrationeel. Sterker nog, samenzweringstheorieën zijn in toenemende mate plausibel geworden.‘Tot op het kleinste niveau worden burgers gevoed met allerlei echte complotten, doofpotten of inside jobs – geef het maar een naam. Van het NSA-afluisterschandaal, tot de bonnetjesaffaire van Teeven in Nederland. Dat roept de vraag op: is complotdenken een irrationele vorm van denken, of toch ook een vruchtbare, kritische en betrokken manier van kijken naar de samenleving?’Dat er over samenzweringstheoretici vaak een soort morele paniek ontstaat, vindt Aupers schromelijk overdreven. ‘Uiteraard heeft complotdenken zijn gevaren, bijvoorbeeld wanneer mensen weigeren hun kinderen te laten vaccineren, omdat ze geloven dat de overheid de bevolking op die manier opzettelijk ziek maakt.’Maar om complotdenken werkelijk te begrijpen als maatschappelijk verschijnsel moeten we voorbij het morele oordeel gaan, stelt Aupers. De vijf werken die hij gekozen heeft laten dan ook zien dat de scheidslijn tussen uitermate intelligent of kierewiet, wetenschap of complotdenken en feit of fictie wellicht niet zo helder is als ze op het eerste gezicht lijkt te zijn.

Conspiracy Culture: From Kennedy tot the X-Files – Peter Knight (2000)

 

‘Vaak wijzen mensen erop dat complotdenken een gevaarlijk verschijnsel is. Ze wijzen dan op de paranoia van Stalin, of de complottheorieën van Hitler en Islamitische Staat. Peter Knight maakt in dit boek een erg belangrijk en bruikbaar onderscheid tussen twee verschillende vormen van complotdenken.Traditioneel complotdenken gaat over een exotische Ander, iemand die niet past binnen je groep. Denk aan complottheorieën over joden of moslims. Maar ook de jacht op “enge communisten” van het mccarthyisme in de VS in de jaren vijftig. Achter elke boom leek toen een communist te staan. Bij dit soort complotdenken weet je wie de vijand is, en die vijand is de exotische Ander. Knight noemt dit secure paranoia.Modern complotdenken gaat veel minder om die exotische Ander, en veel meer over onze eigen instituties. De paranoia betreft onze eigen politieke leiders, wetenschappers, mediamagnaten, bankdirecteurs enzovoorts. Knight noemt dat insecure paranoia.Wanneer je naar IS of de Arabische wereld kijkt, dan heerst daar meer secure paranoia. Maar het gros van de complotdenkers in Nederland, dat blijkt ook uit het onderzoek dat wij gedaan hebben, zijn moderne complotdenkers. Dat verschil is belangrijk om in de gaten te houden.’

The Matrix – Wachowski & Wachowski (1999)

 

‘Aan The Matrix kan ik niet ontkomen – alle elementen zitten erin. In de film ontdekt een hacker dat de werkelijkheid zoals wij hem ervaren in het dagelijkse leven niet echt is, maar virtueel geconstrueerd door een groep angstaanjagende artificiële intelligenties. Die logica is totaal analoog aan de retoriek van complotdenkers: Een samenzweringstheoreticus veronderstelt dat alles in scène is gezet. Alles wat we zien en ervaren is gecreëerd door autoriteiten die wij niet zien – of dat nu de bankiers, Bilderbergers, Illuminati, de CIA of de FBI zijn.The Matrix laat ook de schok van het bekeringsmoment zien en complotdenkers gebruiken dat om uit te leggen hoe die openbaring voelt. In de film wordt verwezen naar Alice in Wonderland en het idee van down the rabbit hole gaan: je komt in een wondere wereld terecht waar alles op z’n kop staat. Alles wat je tot nu toe geleerd hebt, alle assumpties die je hebt opgedaan in je leven, zijn plotseling niet meer te vertrouwen. Hoe weten we zeker of wat we geloven daadwerkelijk waar is? Daar wordt hier op een filosofische manier mee gespeeld.’

Homeland – Alex Gansa & Howard Gordon (2011-…)

 

‘De hoofdrolspeelster van deze serie, Carrie Mathison, heeft een bipolaire stoornis maar is tegelijk een uitstekende CIA-agente. Zij belichaamt werkelijk die insecure paranoia waar Knight het over heeft – het moderne complotdenken. Via haar zie je als kijker hoe het gevaar van alle kanten komt. Komt het van Iran, Irak of al-Qaeda? Zijn het afsplitsingen van al-Qaeda? Of komt het uit de CIA, de FBI of zelfs een coalitie tussen mensen uit deze twee instanties? In de wereld van Homeland gaat het niet meer om spionnen, maar om dubbelspionnen in het kwadraat.Dan is er nog de vraag of er überhaupt wel een complot is. Misschien is Mathison wel helemaal doorgedraaid vanwege haar bipolaire stoornis, of is ze juist erg slim. Deze voortdurende twijfel hoort bij het moderne complotdenken en in de populaire cultuur wordt daar steeds vaker mee gespeeld. De complotdenker wordt niet meer meteen weggezet als een irrationele gek. Sterker nog, de complottheorieën blijken daar uiteindelijk vaak toch gegrond te zijn.’

De Slinger van Foucault – Umberto Eco (1988)
 ‘Umberto Eco gaat op een heel ironische, onthechte manier om met het thema en dit boek is dan ook een van de redenen dat ik geïnteresseerd ben geraakt in het fenomeen samenzweringstheorieën. In de roman komen een aantal uitgevers bij elkaar die puur ter vermaak allerlei elementen uit de geschiedenis aan elkaar knopen, variërend van computertechnologie, de Tempeliers, de Rozenkruisers en Donald Duck. Uiteindelijk vallen er doden en blijkt dat ze een echte samenzwering op het spoor zijn met hun fictieve theorie. Zelf heb ik nooit enig talent gehad om ergens in te geloven en voor ongelovigen zoals ik is het een erg prettige manier van kijken naar hoe mensen omgaan met kennis en waarheid.Het resultaat is dat het onderscheid tussen feit en fictie sneuvelt: wat feit is wordt fictie en wat fictie is wordt feit. Het ironische hieraan is dat complotdenkers eens en voor altijd duidelijk willen maken hoe het nu echt zit. Uiteindelijk dragen complotdenkers alleen maar bij aan het vervagen van de lijn tussen feit en fictie. Als je een theorie hebt over de dood van JFK, leg maar op de stapel bij de duizend andere samenzweringstheorieën.’

Empire of Conspiracy: The Culture of Paranoia in Postwar America – Timothy Melley (2000)
‘In feite zijn de moderne varianten van complotdenken niets anders dan theorieën over sociale systemen en het effect daarvan op individuen. Ik realiseerde me dat voor het eerst toen ik Melley las. Dat er een bureaucratie is ontstaan waar iedereen en niemand verantwoordelijk is. Iedereen kan zeggen: “Ik ben niet de baas.” Die ontwikkeling, daar gaat het om bij complotdenken. Want we worden de hele dag kapotgemaakt door bureaucraten, door bedrijven die opbellen, de media-industrie die allerlei reclames via televisie en internet op ons afsturen. Dit is waar we als burgers mee moeten dealen. Het gevolg is dat we theorieën aangrijpen om het begrijpelijk te maken. Die theorieën lijken verdacht veel op sociologie en ik ben geïnteresseerd in die verwantschap.Je zou complotdenken in die zin kunnen zien als het ongewenste kindje van de moderne wetenschap. De vraag is alleen voor wie het ongewenst is. De ouders, de wetenschappers, willen er niets mee te maken hebben. Natuurlijk vind ik dat wetenschappelijk, systematisch vergaarde kennis beter is dan een complottheoreticus die zomaar wat roept. Voor de duidelijkheid: verwantschap betekent niet dat wetenschap en complotdenken hetzelfde zijn. Maar je kunt het ook anders formuleren: een goede complotdenker die systematisch onderzoek doet is een stuk beter dan een heleboel slordige wetenschappers – en vice versa. Hetzelfde geldt voor journalisten. We maken als samenleving scheidingen tussen die kennisgebieden om allerlei redenen. Maar zo helder zijn de grenzen niet.’