( van onze IAmsterdam-Noir Star reporter Steve Brown)
AMSTERDAM-NOIR-(video hierna) -Kabinet introduceert de
armen arts Zorgmijders weer met de Participatie-wet tot verbijstering van Samuel Sarphati.
Kinderen lijden weer honger met of zonder de ‘Jetta Klijnsma-Moestuin. Mensen worden weer aan de lopende band hun huis uitgezet en te werk gesteld in’Arbeitseinsatz- kampen’ (Model: 1930-1945).
De Oude SDAP-er Sarphati draait zich om in zijn graf van de Participatie-wet van de huidige ‘PvdA-Graai-Top’ met hun miljoenen kosten Villa’s en de VVD-misdaadgroep. Participatie wet verbied Barmhartigheid en voert de armenarts weer in! Steve Brown: ‘Before I Die ’ hoop ik met Sarphati nog mag mee maken dat de bendeleden van het “Lieg en Bedrieg kabinet” voor het Tribunal criminel extraordinaire zullen terecht staan voor hun misdaden jegens het Nederlandse (arme ) Volk anno 2015.
De ‘Participatie-slavenwet’ van het “Lieg en Bedrieg Kabinet” is van kracht sinds 2015.
De wet laat zijn onmenselijkheid uit de jaren 1800-1930 als een gesel over ‘Jan met de Pet’ in alle hevigheid voelen. De wet is een schandvlek voor de Amsterdamse traditie van Tolerantie en barmhartigheid sinds de 16 eeuw op vele vlakken. In die traditie wordt het effect van de Participatie-wet door ons tegen het licht gehouden en bekeken door de bril van Samuel Sarphati
Samuel Sarphati (Amsterdam, 31 januari 1813 – aldaar, 23 juni 1866) was een armenarts. Hij meldde zich aan bij het Portugees-joodse armbestuur en liet zich intussen bij het medisch gezag inschrijven als huisarts, met als praktijkadres het huis van zijn ouders op de Bloemmarkt – de tegenwoordige postzegelmarkt op de Nieuwezijds Voorburgwal. Kort daarop besloot het Portugees-joodse ziekenhuis (hoek Rapenburgerstraat/Rapenburg) een derde armenarts in dienst te nemen – Sarphati was de enige gegadigde en hij werd aangenomen. Sarphati verkoos daarom toch een positie als armenarts. Hij meldde zich aan bij het Portugees-joodse armbestuur en liet zich intussen bij het medisch gezag inschrijven als huisarts, met als praktijkadres het huis van zijn ouders op de Bloemmarkt – de tegenwoordige postzegelmarkt op de Nieuwezijds Voorburgwal. Kort daarop besloot het Portugees-joodse ziekenhuis (hoek Rapenburgerstraat/Rapenburg) een derde armenarts in dienst te nemen – Sarphati was de enige gegadigde en hij werd aangenomen.
Samuel Sarphati, die nogal opvliegend van aard was, betoonde zich ook in deze betrekking een eigengereid man. Dat hij niet vrij was zelf de behandeling van een patiënt te bepalen, maar in laatste instantie de beslissing aan het bestuur moest overlaten, leverde na drie jaar dienstverband een knallende ruzie op, die pas op het allerlaatste moment nog gesust kon worden. Vlak daarna deed zich het schrijnende geval voor van een ziek kind in een gezin dat om bureaucratische redenen niet voor hulp in aanmerking kwam. Sarphati negeerde de regels en behandelde het kind toch; de kosten betaalde hij uit eigen zak.
De armenartsen het erg druk. Besmettelijke ziekten verspreidden zich in rap tempo en de kindersterfte was schrikbarend hoog: rond 1850 stierf 50% van de kinderen voor het vijfde levensjaar. Formeel werkten de artsen alleen ’s ochtends, maar gedrieën hadden ze wel de zorg voor de zieke kinderen in het jongens- en het meisjesweeshuis (respectievelijk in de Joden Breestraat en de Rapenburgerstraat), voor de bejaarden in het oudemannen- en het oudevrouwenhuis (aan de Herengracht en de Rapenburgerstraat), voor reguliere en krankzinnige patiënten in het ziekenhuis. Verder verzorgden ze vaccinaties op de armenschool en liepen ze visites bij armen thuis.
Daarnaast was hij een chemicus, weldoener en broodfabrikant die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van het onderwijs, de volksgezondheid, de stedenbouw en de nijverheid van Amsterdam in het midden van de 19e eeuw. Sarphati was van alle markten thuis en liep met zijn initiatieven vaak vast in de Amsterdamse bureaucratie. Het was een ‘vreemdeling’, een kind van het ‘Oude Volk’, de zoon van een eenvoudige joodse middenstander die ten slotte de stad haar grootste 19de-eeuwse prestigeobject schonk. (…) Sarphati was een gedrevene, briljant, vol ideeën en initiatieven, overtuigend en doortastend, van het soort dat slechts een enkele keer in een gemeenschap opduikt en dat het woord ‘onmogelijk’ weigert te kennen. Hij sloeg de stad uit haar slaap.
Hij promoveerde op 27 juni 1839 aan de Universiteit Leiden en vestigde zich als huisarts in Amsterdam. Zijn praktijk confronteerde hem met de povere levensomstandigheden: acht procent van de bevolking leefde in kelders, de helft van de kinderen zat op een armenschool en de bevolkingsstatistieken leken op die van een derdewereldstad: veel geboorten en veel sterfte en daarbovenop de stank van zwavel, mest en vuilnis.[2] Vele van Sarphati’s activiteiten kwamen de levenskwaliteit ten goede: hij ontwierp een uitbreidingsplan voor Amsterdam, hij zorgde voor een abattoir, hij richtte de Nederlandse maatschappij ter bevordering der Pharmacie in 1842 op, richtte de eerste broodfabriek (in Nederland) op aan de Vijzelgracht met een wekelijkse productie van 9000 goedkope broden. Voor de opkomende industrie stichtte hij de bank het Crediet Mobilier. In 1842 richtte hij een particuliere Handelsacademie in Amsterdam mee op. Vooral vanaf midden jaren veertig ontplooide hij zijn organisatorisch talent.
In 1847 kreeg hij een vergunning om afval te verzamelen en stichtte hij de Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Landontginning. In 1852 richtte hij de Vereeniging voor Volksvlijt op en in 1855 de Maatschappij voor Meel- en Broodfabrieken die brood aanbood dertig procent onder de bakkersprijs. Dit soort inspanningen resulteerde rond 1870 in een stijging van de gemiddelde levensverwachting in Amsterdam.
Als Sarphati nog geleefd had hij zeker persoonlijk de huidige ‘PvdA-Graai-Top’ met kop en kont de straat op gesmeten! Sarphati was een echt “Mensch” ( Mensch (Yiddish: מענטש mentsh, cognate with German: Mensch “human being”) means “a person of integrity and honor.”), die vandaag de dag in de politiek zeldzaam zijn, maar o zo nodig.
Binnenkort in de serie Participatie- wet deel 2 :
Bank de Lombarda (Bank van lening) wordt Participatie Rat in pak Bloedzuig Bank der Kleine luiden
Participatie als wet = de verplichting ergens aan mee te doen.
Mijn wet is’t niet , de meur van gristelijk oranje geluk doet het
denken verschrompelen.
Laat maar automatisch afschrijven die wet .
Net zoals de huur, gas&licht.
LikeLike
Dat je eea gaat meemaken is zeker,, hoewel straffen er niet bij zal zijn een algemeen pardon is het maximale,, en uitzwaaien bij luchthavens.
Wanneer zij hun nieuwe leven beginnen zoals er 12000 (geregistreerden) anno 1945 hun vlucht naar Argentinie hadden voorbereid zonder uitzwaaien.
Of deze net als hun voorgangers de wereld opnieuw in diepe duisternis zullen storten is minimaal.
LikeLike
RIGHT versus WRONG
Waar om ieder één de Wet dient te kennen i.p.v. de man made juridische Non Sense. Het wordt tijd dat mensen niet langer blijven kruipen voor neuro linguistisch formu(l)erende googelaars Politici, Rechters, Advocaten en overige charlatans.
Mark Passio’s one-day seminar, Natural Law: The REAL Law Of Attraction And How To Apply It In Your Life,
Must watch krachtigste presentatie ooit !!!!: Deel 1 van de 3 delen met een totale tijdsinvestering van 9 uur en je laat je Nooit meer juridische onzin (gelabeld als wetgeving) op de mouw spelden.
Aller eerst de Wet is de Wet, Principe aller Principes vs principeloosheid
Zij die op de stoel van de wetgever hebben plaats genomen zijn niets minder dan de arrogantie ten top.
Zie overige delen: http://www.whatonearthishappening.com/videos
LikeLike
Sadisme word de trend
LikeLike
Gelukkig heeft de Nederlandse historicus het belang van Sarphati niet verschreven zoals Lou de Jong dat deed met de WO2 i.o.v. de Oranjes.
Wel wordt in Nederland de geschiedschrijving over Baruch Spinoza gemanipuleerd. Zijn ouders vluchtten wegens vervolging uit Portugal naar de Bataafse Republiek. Hun zoontje Baruch was nogal vrijzinnig, wat de Nederlandse gojim in A’dam niet pruimden. De parnasiem kregen de opdracht Baruch te verbannen en de ouders te verbieden nog contact met Baruch te hebben. Vreemd, dat zijn ouders daarmee instemden, of toch niet? Later werd hij door zijn pensionhouder tegengehouden om zich te keren tegen de moord op de gebroeders de Witt, https://nl.wikipedia.org/wiki/Moord_op_de_gebroeders_De_Witt. Ons staatsbestel berust op deze lynchpartij.
Nu hebben we de Baruch Spinoza-prijs, die uitgereikt wordt door NWO en welke te besteden is aan onderzoek, alsof de verbanning nooit bestaan heeft. Probleem is dat de vrije wetenschap maar heel betrekkelijk in Nederland is. Nog zo’n voorbeeld is Bartholomeus Saris en zijn boezemvrind Jaap Kistemaker, die graag met de nazi’s samenwerkten. De eerste was leider van het Studentenfront. Na WO2 dook hij onder en meldde zich later met advocaat bij een Haags politiebureau. Waarom een Haags politiebureau? Hij werd door een kantonrechter veroordeeld en zat bij elkaar iets meer dan 10 maanden vast. De radioman Max Blokzijl werd geëxecuteerd. Later werd Saris directeur van AKU, later bekend als de AKZO, en TNO. Japie is nimmer gezuiverd, toch kon hij promoveren! U kent zijn loopbaan. Wim Klinkenberg heeft veel over hem geschreven.
Uit de banale annalen van de geschiedkundige mesthopen van Nederland.
Deze column is wat de spelling betreft goedgekeurd door de KNAW
LikeLike